Lunar Tides |
|||||||
|
|
||||||
Gebreide trui met ronde pas in DROPS Baby Merino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met korte mouwen en kantpatroon, ribbelsteek en verkorte toeren. Maten S - XXXL.
DROPS 211-11 |
|||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 106 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 14) = 7.57. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 7e en 8e steek (ongeveer). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf): Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken) maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd op elke markeerdraad; 4 steken gemeerderd op de naald). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, kunt u afkanten met een naald in een maat groter. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elk 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant en de omslagen worden als normale steken afgekant. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. De hals wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald. Dan worden er verkorte toeren heen en weer gebreid in delen met kantpatroon en ribbelsteek. Er worden totaal 6 delen gebreid; 3 met ribbelsteek en 3 met kantpatroon. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen, welke daarna apart verder worden gebreid. Het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De randen van de mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop. HALS: Zet 106-110-115-122-127-134 steken op met rondbreinaald 3 mm en Baby Merino. Brei 2 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm, brei 1 ribbel in de rondte en meerder 14-15-15-8-13-16 steken verdeeld op de naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 120-125-130-130-140-150 steken. PAS: De pas wordt verder heen en weer gebreid in delen, met verkorte toeren in ribbelsteek en kantpatroon als volgt: DEEL 1 (met kantpatroon): NAALD 1: Brei recht. NAALD 2: Brei recht en voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald; deze markeerdraad wordt gebruikt wanneer u verkorte toeren breit. NAALD 3: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 0-1-0-0-0-0 steken over zijn en eindig met 0-1-0-0-0-0 recht. NAALD 4: Brei recht. Brei nu deel 1 met verkorte toeren heen en weer gebreid in kantpatroon als volgt: NAALD 1 (= goede kant): * 2 recht samen, 1 omslag * , brei van *-* tot er 6-7-6-6-6-6 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 115-120-125-125-135-145 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 5 steken over zijn voor de markeerdraad (= 110-115-120-120-130-140 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 12-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad, 2-1-2-2-2-2 recht (= 105-110-115-115-125-135 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4: Brei averecht tot er 10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 100-105-110-110-120-130 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 16-17-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 95-100-105-105-115-125 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6: Brei averecht tot er 15 steken over zijn voor de markeerdraad (= 90-95-100-100-110-120 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 7: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 22-21-22-22-22-22 steken over zijn voor de markeerdraad, 2-1-2-2-2-2 recht (= 85-90-95-95-105-115 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 8: Brei averecht tot er 20 steken over zijn voor de markeerdraad (= 80-85-90-90-100-110 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei steeds 5 steken minder elke keer dat u het werk keert. De kantnaalden moeten boven elkaar verder gaan in de hoogte, dus begin iedere andere kantnaald met 1 recht en eindig met 2-1-2-2-2-2 recht en begin de volgende naald met kantpatroon en eindig met 1-2-1-1-1-1 recht. Ga zo verder tot u 1 naald heeft gebreid over de laatste 10-15-10-10-10-10 steken aan de verkeerde kant (= 12-12-13-13-14-15 naalden van gaatjes op zijn wijdst). Brei het einde van de laatste naald aan de verkeerde kant averecht; dus brei de overgebleven 55-55-60-60-65-70 steken averecht tot de markeerdraad, keer het werk. NAALD 1. *5 recht, 1 omslag * brei van *-* de hele naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 144-150-156-156-168-180 steken. NAALD 2: Averecht (de omslagen worden averecht gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! DEEL 2 (met ribbelsteek): Knip de draad af. Zet 72-75-78-78-84-90 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u ze averecht gaat breien. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 2 wordt verder gebreid vanaf de markeerdraad. NAALD 1: * Brei 6-6-3-3-3-3 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-52-52-56-60 steken gemeerderd) = 168-175-208-208-224-240 steken. NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). Brei 1 ribbel. Brei nu deel 2 met verkorte toeren heen en weer gebreid in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 7-7-8-8-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad (= 161-168-200-200-216-232 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 7-7-8-8-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad (= 154-161-192-192-208-224 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3: Brei recht tot er 14-14-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 147-154-184-184-200-216 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4: Brei recht tot er 14-14-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 140-147-176-176-192-208 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5: Brei recht tot er 21-21-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 133-140-168-168-184-200 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6: Brei recht tot er 21-21-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 126-133-160-160-176-192 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei 7-7-8-8-8-8 steeds steken minder elke keer dat u het werk keert tot u 1 naald heeft gebreid over de laatste 14-21-16-16-16-16 steken aan de verkeerde kant. Brei recht tot het einde van de laatste naald aan de verkeerde kant, dus brei de overgebleven 77-77-96-96-104-112 steken tot de markeerdraad, keer het werk. Ga verder in de rondte als volgt: Begin op de markeerdraad (= begin van de naald). NAALD 1: * Brei 7-7-8-8-8-8 recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag boven het punt waar u bij de verkorte naald keerde) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 192-200-234-234-252-270 steken. NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). DEEL 3 (met kantpatroon): Knip de draad af. Zet 96-100-117-117-126-135 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u ze averecht breit. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 3 wordt verder vanaf de markeerdraad gebreid. Ga verder in de rondte als volgt: NAALD 1: * Brei 8-8-9-9-9-9 steken recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 216-225-260-260-280-300 steken. NAALD 2: Brei recht (de omslagen worden gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen). NAALD 3: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 0-1-0-0-0-0 steken over zijn, eindig met 0-1-0-0-0-0 recht. NAALD 4: Recht. Brei nu deel 3 met verkorte toeren heen en weer gebreid in kantpatroon als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei 0-0-1-1-1-1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 10-11-11-11-11-11 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 207-216-250-250-270-290 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 9-9-10-10-10-10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 198-207-240-240-260-280 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 20-19-21-21-21-21 steken over zijn voor de markeerdraad, 2-1-1-1-1-1 recht (= 189-198-230-230-250-270 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4: Brei averecht tot er 18-18-20-20-20-20 steken over zijn voor de markeerdraad (= 180-189-220-220-240-260 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5: Brei 0-0-1-1-1-1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 28-29-31-31-31-31 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 171-180-210-210-230-250 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6: Brei averecht tot er 27-27-30-30-30-30 steken over zijn voor de markeerdraad (= 162-171-200-200-220-240 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 7: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 38-37-41-41-41-41 steken over zijn voor de markeerdraad, 2-1-1-1-1-1 recht (= 153-162-190-190-210-230 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 8: Brei averecht tot er 36-36-40-40-40-40 steken over zijn voor de markeerdraad (= 144-153-180-180-200-220 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei steeds 9-9-10-10-10-10 steken minder elke keer dat u het werk keert. De kantnaalden moeten boven elkaar doorlopen in de hoogte, dus begin iedere andere kantnaald met 0-0-1-1-1-1 recht en eindig met 1-2-1-1-1-1 recht en de volgende kantnaald begint met 1 recht en eindigt met 2-1-1-1-1-1 recht. Ga zo verder tot u 1 naald heeft gebreid over de laatste 18-27-20-20-20-20 steken aan de verkeerde kant (= 12-12-13-13-14-15 naalden van gaatjes op zijn wijdst). Brei averecht tot het einde van de naald, dus brei de overgebleven 99-99-120-120-130-140 steken averecht tot de markeerdraad, keer het werk. Ga verder in de rondte als volgt: NAALD 1: * Brei 9-9-10-10-10-10 steken recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag boven waar de verkorte naald gekeerd was) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 240-250-286-286-308-330 steken. NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). DEEL 4 (met ribbelsteek): Knip de draad af. Zet 120-125-143-143-154-165 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u deze averecht gaat breien. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 4 wordt verder gebreid vanaf de markeerdraad. NAALD 1: * 10-10-11-11-11-11 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 264-275-312-312-336-360 steken. NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). Brei 1 ribbel. Brei nu deel 4 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 11-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad (= 253-264-300-300-324-348 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 11-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad (= 242-253-288-288-312-336 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3: Brei recht tot er 22-22-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 231-242-276-276-300-324 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4: Brei recht tot zijn er 22-22-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 220-231-264-264-288-312 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5: Brei recht tot er 33-33-36-36-36-36 steken over zijn voor de markeerdraad (= 209-220-252-252-276-300 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6: Brei recht tot er 33-33-36-36-36-36 steken over zijn voor de markeerdraad (= 198-209-240-240-264-288 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei steeds 11-11-12-12-12-12 minder steken elke keer dat u het werk keert tot u 1 naald over de laatste 22-33-24-24-24-24 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid. Brei recht tot het einde van laatste naald aan de verkeerde kant, dus brei de overgebleven 121-121-144-144-156-168 steken tot de markeerdraad, keer het werk. Ga verder in de rondte als volgt: Begin op de markeerdraad (= begin van de naald). NAALD 1: * 11-11-12-12-12-12 recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag boven waar de verkorte toer gekeerd was) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 288-300-338-338-364-390 steken. NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). DEEL 5 (met kantpatroon): Knip de draad af. Zet 144-150-169-169-182-195 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u averecht gaat breien. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 5 wordt verder vanaf de markeerdraad gebreid. Ga verder in de rondte als volgt: NAALD 1: * 288-12-13-13-13-13 recht, 0-1-1-1-1-1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 0-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 288-325-364-364-392-420 steken. NAALD 2: Brei recht (de omslagen worden gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen). NAALD 3: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 0-1-0-0-0-0 steken over zijn, eindig met 0-1-0-0-0-0 recht. NAALD 4: Recht. Brei nu deel 5 met verkorte toeren heen en weer gebreid in kantpatroon als volgt: NAALD 1 (= goede kant): 1 recht-0-1-1-1-1, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 13-15-15-15-15-15 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 276-312-350-350-378-406 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 12-13-14-14-14-14 steken over zijn voor de markeerdraad (= 264-299-336-336-364-392 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 25-27-29-29-29-29 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 recht (= 252-286-322-322-350-378 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4: Brei averecht tot er 24-26-28-28-28-28 steken over zijn voor de markeerdraad (= 240-273-308-308-336-364 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5: 1-0-1-1-1-1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 37-41-43-43-43 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 228-260-294-294-322-350 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6: Brei averecht tot er 36-39-42-42-42-42 steken over zijn voor de markeerdraad (= 216-247-280-280-308-336 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 7: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er zijn 49-53-57-57-57-57 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 recht (= 204-234-266-266-294-322 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 8: Brei averecht tot er 48-52-56-56-56-56 steken over zijn voor de markeerdraad (= 192-221-252-252-280-308 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei steeds 12-13-14-14-14-14 minder steken elke keer dat u het werk keert. De kantnaalden moeten boven elkaar verder lopen in de hoogte, dus begin iedere andere kantnaald met 1-0-1-1-1-1 recht en eindig met 1-2-1-1-1-1 recht en de volgende kantnaald begint met 1 recht en eindigt met 1 recht. Ga zo verder tot u 1 naald over de laatste 24-39-28-28-28-28 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 12-12-13-13-14-15 naalden van gaatjes op zijn wijdst). Brei averecht tot het einde van de laatste naald, dus brei averecht over de overgebleven 132-143-168-168-182-196 steken tot de markeerdraad, keer het werk. Ga verder in de rondte als volgt: NAALD 1: * 12-13-14-14-14-14 recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag boven waar de verkorte naald gekeerd was) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 312-350-390-390-420-450 steken. NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen). DEEL 6 (met ribbelsteek): Knip de draad af. Zet 156-175-195-195-210-225 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u ze averecht gaat breien. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 6 wordt verder vanaf de markeerdraad gebreid. NAALD 1: * 312-350-390-15-15-15 recht, 0-0-0-1-1-1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 0-0-0-26-28-30 steken gemeerderd) = 312-350-390-416-448-480 steken. NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). Brei 1 ribbel. Brei nu deel 6 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 13-14-15-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 299-336-375-400-432-464 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 13-14-15-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 286-322-360-384-416-448 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3: Brei recht tot er 26-28-30-32-32-32 steken over zijn voor de markeerdraad (= 273-308-345-368-400-432 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4: Brei recht tot er 26-28-30-32-32-32 steken over zijn voor de markeerdraad (= 260-294-330-352-384-416 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5: Brei recht tot er 39-42-45-48-48-48 steken over zijn voor de markeerdraad (= 247-280-315-336-368-400 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6: Brei recht tot er 39-42-45-48-48-48 steken over zijn voor de markeerdraad (= 234-266-300-320-352-384 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei steeds 13-14-15-16-16-16 steken minder elke keer dat u het werk keert tot u 1 naald heeft gebreid over de laatste 26-42-30-32-32-32 steken aan de verkeerde kant. Brei recht tot het einde van laatste naald, dus brei de overgebleven 143-154-180-192-208-224 steken recht tot de markeerdraad, keer het werk. Ga verder in de rondte als volgt: Begin op de markeerdraad (= begin van de naald). NAALD 1: Recht. NAALD 2: Averecht. Het werk meet ongeveer 23-23-25-25-27-28 cm op het kortste punt (gemeten vanaf de opzetrand). Brei ribbelsteek tot het werk 23-24-25-27-29-31 cm meet vanaf de opzetrand. Knip de draad af. Verplaats de naald 33-37-41-43-44-46 steken terug (dus zet de laatste 33-37-41-43-44-46 steken van de rechter naald (= helft van de mouw) averecht op de linker naald, voeg hier 1 markeerdraad in = begin van de naald). Deel het werk als volgt op: Plaats de eerste 66-74-82-86-88-92 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw, brei de volgende 90-101-113-122-136-148 steken recht (= voorpand), plaats de volgende 66-74-82-86-88-92 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw, brei de laatste 90-101-113-122-136-148 steken (= achterpand) LIJF: = 196-218-246-264-296-320 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken onder elke mouw en verplaats het begin van de naald naar een van de markeerdraden. Neem de draden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het meerderen. Pas aan zodat u minimaal 3 ribbels heeft gebreid na het kantpatroon op de pas. U kunt indien nodig verder gaan met de ribbels op het lijf. Ga verder in de rondte met tricotsteek. Als het lijf 3 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4-4-8-6-8-6 cm in totaal 6-6-3-4-3-4 keer = 220-242-258-280-308-336 steken. Ga verder met tricotsteek tot het lijf 30-30-31-31-31-31 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei 3 cm ribbelsteek. Kant af met recht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! MOUW RAND: Plaats de 66-74-82-86-88-92 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 opgezette steken onder de mouw = 74-82-92-96-100-104 steken. Brei 2 RIBBELS in de rondte. Kant af met recht. Brei de andere mouwrand op dezelfde manier. |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (76)
Betina Kauer wrote:
Sehr schönes Modell, ich freue mich schon auf die Anleitung.
21.12.2019 - 23:50Barbro wrote:
Snyggt ok, elegant design.
21.12.2019 - 15:07Désirée BOUTAULT wrote:
Chic es sobre j adore
15.12.2019 - 16:23Marlemio wrote:
Sehr schick, ich freue mich auf die Übersetzung!
11.12.2019 - 07:18Mária Schmidtova wrote:
Nádherné!
10.12.2019 - 21:45Boutonnet wrote:
Modèle chic et frais
10.12.2019 - 16:48